Meditatie over Markus 13:33-37
Een bewaker moet niet in slaap vallen. En wie achter het stuur zit ook niet. Net zo goed moeten Gods kinderen ook wakker zijn. Geestelijk wakker. Dat zegt de Heere Jezus tegen ons. Let op, waak en bid. Een duidelijke oproep, die blijkbaar nodig is. Voor de discipelen en voor ons. Waarom dan?
Blijkbaar kan het zo zijn. Dat je discipelen bent van de Heere Jezus. En dat je toch in een diepe geestelijke slaap dreigt te vallen. Dat je wel druk bent in de kerk. Of dat je goed bezig bent in je gezin. Of trouw je dienst doet op je werk. Maar dat je totaal geen rekening houdt met de Heere Jezus en zijn wederkomst. Dat je de Heere uit het oog verliest. En je opgaat in je werk, je gezin, je bezigheden. Dat kan en mag niet, zegt de Heere Jezus.
Om deze oproep nog dichter aan het hart te leggen, gebruikt de Heere Jezus een beeld. Hij vergelijkt het met een huiseigenaar, die naar het buitenland gaat. Hij geeft de deurwachter de taak om waakzaam te zijn. En alle dienaren moeten hun werk doen. Aan de slag met die taak die de heer hen te doen geeft. Eén ding moeten ze goed onthouden: de heer komt plotseling terug. En dan wil hij zien dat ze trouw bezig zijn. Dat ze dus steeds werken met hun oog op de heer. Als ze dat niet doen, dan is het echt mis.
De deurwachter moet de wacht houden over het huis. Geen indringers binnen laten komen. Daarmee leert Jezus ons om ons hart te bewaken voor dwaalleer en verleiding. Dat we de wacht houden tegenover de boze. Dat geldt voor de ambtsdragers in het bijzonder. De apostelen, maar vandaag ook de ouderlingen. Waken over de gemeente, om hen te leiden met Gods Woord. Maar dat geldt ook voor allen. Dat zegt Jezus met nadruk, u moet allen waken, vers 37. Laat je niet afleiden van je dienst aan de Heere Jezus. Weet dat je bij Hem hoort. En hou je oog en je hart gericht op Hem alleen.
Waken en opletten, dat betekent ook: goed kijken. Letten op de tekenen van de tijd. Als Jeruzalem straks vernietigd wordt door de Romeinen. Als de tempel straks ten onder gaat. Wees dan niet verbaast. Schrik niet. Het moet gebeuren. Als er aardbevingen zijn, oorlogen, vervolging, onrust, spanning, verdeeldheid. Weet dat dat Jezus heeft gezegd: deze dingen zullen gebeuren.
Dat is natuurlijk een ernstige boodschap. Een moeilijke tijd zal aanbreken, als Jezus in de hemel is. Tegelijk is het zó troostrijk. Want Jezus is wel weg, in de hemel. En Hij kan zelfs niet zeggen wanneer Hij terugkomt. Hij kan alleen zeggen dat zijn terugkomst onverwachts is. Maar één ding is vast en zeker. Hij kómt terug. En Hij regeert over alle tijden en alle gebeurtenissen. Dus hoe schokkend het ook is wat er gebeurt. Hoe ingrijpend het ook is, voor de kerk of voor je persoonlijke leven. Weet dat Ik alle macht heb. En dat je onder mijn regering en zorg niet bang hoeft te zijn. Maar één ding vraagt Jezus wél van je: wees wakker. Waak. Bidt. Leef met het oog op Jezus. Want dan ben je veilig, hoe groot de spanning en moeite ook is.