Meditatie over Lukas 1:5-25
Soms vraag je je af: kan ik dit wel, als christen? Kan ik wel opkomen voor Gods naam, in een omgeving waar veel gevloekt wordt. Of kan ik deze taak in de kerk wel op me nemen? Of is mijn geloof wel groot genoeg om belijdenis af te leggen? Vragen die je kunnen beklemmen.
Maria zal deze vragen ook kennen. Haar leven stond op de kop sinds dat eerste begin. Plotseling stond de engel bij haar in de kamer. En verkondigde haar Gods boodschap: Maria zal de moeder worden van Jezus Christus. Waarom heeft de Heere Maria uitgekozen? Waarom déze vrouw? Is dat omdat zij zo bijzonder is? Of extra gelovig? Of bijzondere eigenschappen heeft? Nee. De Heere roept juist deze onbekende vrouw. In de onbekende stad Nazareth. In de beruchte provincie Galilea. Om zo te laten zien hoe God steeds werkt. Hij maakt niet gebruik van de grote namen van mensen op aarde. Nee, het is juist andersom. Wie nederig is en klein en zonder betekenis in de ogen van de wereld, die wil God gebruiken om daar zijn naam aan te verbinden.
Dat zien we bij Maria. Deze gelovige, jonge tiener mag het grote geschenk ontvangen om moeder te worden van Gods eigen Zoon. En deze Zoon zal zitten op de troon van David in het huis van Jacob. David, die zelf niets betekende, maar door God is groot gemaakt. Jacob, die zelf er weinig van terechtbracht in zijn leven. Jezus komt dus niet bij mensen die groot zijn van zichzelf. Nee, Hij komt bij mensen die door God zijn groot gemaakt. Die door God zijn gezegend. Het is alles een genadegave van de Heere.
Als we dit naar ons eigen leven trekken, dan is de kernvraag dus niet: ben ik wel geschikt? Kan ik dit aan? Ben ik wel goed genoeg? Talentvol genoeg? Nee, God vraagt niet: ben je geschikt. God vraagt: ben je beschikbaar? Ben je beschikbaar om Mij te dienen? Ben je bereid je over te geven aan mijn leiding. En je leven te leggen in Mijn handen.
God geeft ons in Maria een prachtig voorbeeld van deze overgave. Maria mag namelijk door Gods Geest zeggen dat ze beschikbaar is. Denk je je even in: je bent vijftien jaar. Zwanger, maar niet van een man. Je woont in een klein dorpje en er is geen sociale verzekering vanuit de overheid. Zij zal zich afvragen: wat zal er gebeuren met mij? Kan ik dit aan? Al de roddel in ons dorp. Niemand zal mijn verhaal geloven! Wat een schande voor mijzelf en mijn familie. En zal Jozef wel bij mij blijven? Kan ik wel voor dit kindje zorgen?
Maar de Heere zegt tegen haar: Ik ben met je. Ik zegen je. Ik help je er doorheen. Door Gods kracht kan Maria daarom antwoorden: zie, uw dienares, mij geschiedde naar Uw woord. Een gelovig antwoord, voor ons als voorbeeld. Dat ook wij mogen leren zeggen: Heere, ik voel me ongeschikt. Maar ik ben wel beschikbaar. Ik leg mijn leven in uw handen. Ik wil doen wat u mij vraagt. Neem mijn leven, laat het Heer, toegewijd zijn aan uw eer.
Gespreksvragen
- Wij kennen de reactie van Maria natuurlijk heel goed. Maar kan je je voorstellen dat ze zich ook heel angstig en alleen moet hebben gevoeld door dit bericht? Wat zou jouw reactie zijn?
- Herken je het werk van de Heere ook in onze tijd, dat de Heere genadig is naar mensen zonder betekenis en eer?
- Hoe kan je door deze boodschap gesterkt en getroost worden, als jouw taak (in of buiten het ambt) je zwaar valt en je er tegenop ziet?