Meditatie over Markus 14:12-16
Heb jij ruimte in je hart om Jezus te dienen? Dat Jezus daar echt ontvangen wordt met liefde. En erkend wordt als koning? Dat klinkt makkelijker dan het is. Want om Jezus echt te erkennen en te dienen als Koning, dat is zo moeilijk. De discipelen van de Heere Jezus ervaren dat in hun eigen leven. Als een vrouw dure olie over Jezus uitgiet, vallen ze scherp tegen de vrouw uit. Geldverspilling. En Judas gaat nog een stap verder, hij overlegt met de overpriesters om Jezus aan hen over te leveren.
Maar Jezus laat zich niet tegenhouden. In dit giftig klimaat van tegenstand en verzet gaat Hij door. En Hij maakt ruimte voor zichzelf. Ruimte, om verbonden te zijn met zijn discipelen. En samen het Pascha te eten. Kijk maar. De discipelen vragen: “Waar wilt U dat wij heengaan en voorbereidingen treffen, zodat U het Pascha kunt eten?” Ze hebben nog niets geregeld. Maar ze moeten wel een plek hebben in Jeruzalem om dit sacrament samen te vieren. Dan blijkt dat Jezus zelf ruimte maakt. Hij geeft Petrus en Johannes een bijzondere opdracht: ze zullen een man tegenkomen, die ze kunnen herkennen aan een kruik op zijn hoofd. Die moeten ze volgen en zo zullen ze komen in een bovenkamer, waar ze het Pascha kunnen eten. Heel bijzonder, deze uitzonderlijke leiding van God tot deze kamer.
Nu is er nog iets bijzonders aan deze kamer. Want Jezus zegt: deze bovenzaal is volledig ingericht en klaar. Dat betekent: er staan tafels, ligbanken, kussens, alles is ingericht. Maar ook: de zaal is al schoongemaakt van zuurdeeg. Dat was een belangrijke voorwaarde om Pascha te kunnen vieren: al het zuurdeeg moest uit de kamer, uit het huis. Een symbolische handeling, waarmee de Heere zijn volk leerde: je moet al je zonden uit je leven weg doen. Al het zondige, alles van het oude leven zonder God moet je wegdoen uit je hart. Zodat je zonder afgoden God echt en oprecht kunt dienen.
Dát heeft de Heere Jezus dus laten doen. Hij verschaft ruimte die ingericht en klaar is, schoon. Wat de discipelen van zichzelf niet kunnen, dát doet de Heere Jezus. Te midden van zonde en vijandschap en ongeloof creëert Hij ruimte voor het Pascha.
Het Pascha vieren. Daar heeft Jezus zó naar verlangt. Want daarin staan ze samen stil bij de basis van hun bestaan als volk van God. Ze vieren dat God zijn volk heeft verlost uit Egypte. En ze weten: als God dat niet gedaan heeft, wás er helemaal geen volk Israël. En de discipelen weten het natuurlijk nog niet, maar de Heere Jezus zal nu ook het Avondmaal instellen. Jezus maakt ruimte om het Avondmaal te vieren. Wat een rijke troost, in tijden van vijandschap en aanvallen van de satan. Jezus maakt ruimte voor zijn Tafel! De duivel kan de kerk niet te gronde richten. En kan de tafel van het Avondmaal niet tegenhouden. De kerk zal Avondmaal blijven vieren, totdat Hij komt. Dat heeft Hij zelf gezegd.
Zo wil Jezus ook ruimte maken in ons hart. Met zijn kracht wil Hij ruimte maken. Dat belooft Hij. Verlang je daar naar? Om Jezus meer en meer te dienen en te erkennen als jouw Verlosser? Vraag Hem dan: Heere, wilt U ook in mijn hart ruimte maken. Ruimte maken om U te volgen. Te dienen. Te vertrouwen.